Jeuk door brandharen van (Eiken)processierupsen

De eikenprocessierups/vlinder (Thaumetopoea processionea) komt oorspronkelijk uit Midden en Zuid-Europa en heeft zich onder invloed van klimaatsveranderingen in ons land gevestigd (eitjes overwinteren in droge winters en de rupsen ontwikkelen in warme zomers). 
Sinds enkele jaren kan gesproken worden van een plaag. Kaal gevreten eikenbomen en ernstige jeukhinder bij kinderen, huisdieren en omwonenden zijn het gevolg.

Hoe herken je de processierups (vlinder)?                
Jonge, kleine rupsen zijn oranje als ze vanaf eind april uit de eitjes komen. 
Na de derde vervelling krijgen de rupsen de donkere brandharen op de rug, waardoor ze er grijsgrauw uitzien met lichtgekleurde zijden. 
Volgroeid zijn ze tot 3,5 cm lang. 
Rupsen vervellen tot zes keer voordat ze zich in een cocon verpoppen. 
Na het verpoppen verschijnen de eikenprocessierupsvlinders. Dat zijn onopvallende grijze nachtvlinders die op hun beurt op het eind van de zomer eitjes leggen in de toppen van eiken.

Eikenprocessierupsen leven in groepen bij elkaar en maken grote nesten op stammen of dikkere takken - meestal zitten rupsennesten aan de zonnige zuidkant van eikenbomen. 
Ze bestaan uit dichte spinsels van vervellingshuidjes, met brandharen en uitwerpselen. Vanuit het nest gaan ze ’s nachts in rijen achter elkaar of  'in processie' op zoek naar voedsel: de eikenbladeren. 
Processierupsen hebben een grijsgrauwe kleur met lichtgekleurde zijden, getooid met lange haren. 
We zien ze in mei, juni en juli. Vaak worden ze pas opgemerkt, als ze de bomen al gedeeltelijk kaal hebben gevreten. Eikenbomen (vooral inlandse, soms ook Amerikaanse eiken) genieten de voorkeur en bij gebrek aan voedsel eten ze ook de bladeren van andere boomsoorten zoals beuken en berken. 
De rups verdwijnt met de verpopping. Vanaf dit ogenblik is het gevaar geweken. 
Volwassen nachtvlinders zijn onopvallend grijs en verschijnn vanaf eind juli tot eind augustus.

Welke problemen veroorzaken de rupsen? 
De pijlvormige brandharen (700.000 van een volgroeide rups van 0,2 tot 0,3 mm lang) vormen voor mens en dier een gevaar voor de gezondheid. 
Ze worden bij ongewenste aanrakingen als afweermiddel actief “afgeschoten” door de rups, maar kunnen ook vanuit de nesten passief met de wind worden meegevoerd of door trillingen vrijkomen en zich verder verspreiden.

Huid
Na direct contact met de brandharen ontstaat er binnen 8 uur een rode huiduitslag met hevige jeuk (bultjes, pukkeltjes of met vochtgevulde blaasjes die kunnen gaan ontsteken). 
Meestal op de onbedekte huid, maar door versleping of open wrijven ook op de bedekte huid. 
De uitslag verdwijnt binnen twee weken. Problemen door de netelharen van de processierups kunnen optreden zonder dat er rechtstreeks contact met de rupsen is geweest. De haartjes worden meegevoerd met de wind en zo in kleding terechtkomen. Verwijderen kan door de kleren grondig te spoelen.

Ogen
Brandharen in de ogen, geven binnen 1 - 4 uur een heftige reactie van oogbindvlies en/of hoornvlies met zwelling, roodheid en jeuk. 
Als de haartjes in aanraking komen met het oogwit, kunnen ze een acute ontsteking veroorzaken. Dringen ze nog dieper in het oog, kan het een chronische oogontsteking met een soort knobbelvorming geven. Omdat er dan vaak al maanden verstreken zijn, wordt het verband niet meer gelegd. Alleen met een operatieve ingreep kunnen de haartjes dan nog verwijderd worden.

Luchtwegen/keel
Na inademing kunnen brandharen ook irritatie of ontsteking geven van het slijmvlies van de bovenste luchtwegen (neus, keel en bovenste deel luchtpijp). De klachten lijken op een neusverkoudheid. 
Soms pijn in de keel, slikstoornissen, kortademigheid en algemene klachten als braken, diarree, duizeligheid, koorts, etc. 
De lange haren, die de rupsen bij verstoring loslaten, bevatten mierenzuur en zijn voorzien van een weerhaakje.

Dieren
Vooral honden kunnen last hebben, door snuffelen in bermen aan nesten of ze in hun bek nemen. 
Voor koeien en paarden geldt dat voorkomen moet worden dat zij met nesten in aanraking kunnen komen via gras, hooi, veevoer. 
Paarden lijken gevoeliger dan andere dieren.

Wat doen bij overlast van eikenprocessierupsen? 
*  Waarschuw het gemeentebestuur of brandweerdienst. 
   Ze zijn gespecialiseerd in het bestrijden en verwijderen van deze  
   gevaarlijke nesten en kunnen passende maatregelen treffen of de 
   verantwoordelijke diensten op de hoogte stellen. 
*  De meest doeltreffende methode bestaat uit het wegbranden of opzuigen 
   van de rupsen en hun nesten vroeg in het seizoen, dus wanneer de 
   brandharen nog niet ontwikkeld zijn.

Vooral niet doen? 
De rupsen aanraken en zelf trachten te bestrijden. Gebruik zeker geen insecticiden want de irriterende haren blijven nog lang actief. Voorkom elk rechtstreeks contact met de rupsen en maak ook kinderen attent. 
Wegspuiten met bv. een hogedrukreiniger mag je zeker niet doen. 
De haren en de rupsen kunnen zich dan via de lucht verspreiden. 
Ook aanraking met (oude) brandharen en vervellingshuiden vermijden die nog in oude spinselnesten zitten. De brandharen blijven namelijk irritaties veroorzaken 5-8 jaar na het afsterven van de rups. 
De was niet buiten hangen in de directe omgeving van eikenprocessie-rupsen 
Buiten geteelde groenten in een besmet gebied voorzichtig oogsten en goed afspoelen. Eetbare gewassen in de onmiddellijke nabijheid van bomen met eikenprocessierupsen, kunnen problemen met het oogsten opleveren omdat de gewassen besmet kunnen zijn met de al dan niet passief uitgevallen brandharen.


Hoe voorkom je irritaties en ontstekingen? 
Vermijd elk contact met de rupsen 
Draag kleding die hals, armen en benen bedekt en ga niet op de grond zitten. 
Na aanraking van rupsen of haren niet krabben of wrijven, maar de huid en ogen goed wassen of spoelen met water. 
Zonodig al je kleren wassen en drogen.